De punt van de kast die het hoofd rakelings nadert. De trede van de keldertrap die zich in het schemerdonker niet laat vinden door een voet. Het kind dat wuift, in zijn wolken tussen de hoogste takken van de boom.
Hoe één seconde het verschil kan maken. De optelsom van ongelukkige omstandigheden.
Midden op de weg van hier naar daar, van wij naar zij: een kettingbotsing. Motoren nog warm, mensen druk telefonerend. Om gerust te stellen, om gerustgesteld te worden. Helpen airbags tegen een hart dat overslaat van schrik?
Hoe één seconde het verschil kan maken. In dit paradijs voor auto ’s die de pas van de verkeerslichten en de adem van de fietsers afsnijden.
Van achter mijn veilig venster tel ik de ongelukkige omstandigheden:
Eén: de fietser die in zijn recht de hoek om rijdt.
Twee: de auto die in zijn grootheidswaanzin de bocht neemt. Te breed, te snel.
De noodlottige optelsom hoeft niet gemaakt. Geluk hebben, heet dat dan. Soms van even groot levensbelang als gelukkig zijn.